Skip to main content

De stiennen ûlebuorden

De stiennen ûlebuorden

Uit het   boek: Uit Friesland's volksleven

een keuze   uit het werk van Waling Dijkstra bewerkt door Sigrid Terpstra.


Uilenborden   zijn de houten driehoeken aan de beide bovenpunten van het dak van een Friese   boerenschuur.

Er zijn   openingen in gesneden om boven in de schuur licht en lucht door te laten en   zijn daardoor tevens een goede doorgang voor uilen en vleermuizen.

Niet ver   van Leeuwarden, onder Engelum in Menaldumadeel,stond een boerderij die de   'Stenen Uilenborden' hete.

De schuur   van deze boerderij had vroeger uilenborden, niet van hout, maar van   gemetselde steen.

In oeroude   tijden woonde namelijk op deze plaats een boer die niet veel verdiende, hoe   zijn vrouw en hij ook hun best deden. Het huis en vooral de schuur waren erg   bouwvallig, maar ze hadden geen geld om een nieuwe te laten bouwen.

Eens op   een stormachtige herfstavond was de boer alleen op weg. Hij liep haastig naar   huis, omdat hij bang was, dat zijn oude schuur bij dit weer zou omwaaien.   Zonder dat hij iets merkte werd hij van achteren ingehaald door iemand die   naast hem kwam lopen. De man was tamelijk deftig gekleed. 'Verdraaid, wat   waait het, het is slecht weer voor slechte gebouwen', zei hij nadat hij de   boer had begroet. 'Zeg dat wel', zei de boer,'ik vrees het ergste voor mijn   oude schuur, die zal met dit weer wel niet blijven staat.' 'maar zei de onbekende   heer, 'als u dat van te voren wist waarom hebt u daar dan niets aan gedaan?'   'Ja, wat zal ik daarvan zeggen' zei de boer, 'ik had graag vorig voorjaar een   nieuwe schuur laten bouwen, maar om de waarheid de vertellen had ik daar geen   geld voor'. 'Och kom, is er dan niemand te vinden die je wil helpen met   geld?' 'Niemand meneer.Ik kan van niemand geld lenen.' 'Welnu goede vriend,   dan zal ik je helpen. Nog voor morgen de nieuwe dag aanbreekt heb jij een   nieuwe schuur.'

De boer   schrok. Iemand die dat kon moest de duivel zelf zijn en daar was de boer bang   voor. 'Schrik niet' zei de man. Ík zal openhartig zijn. Ik ben niemand minder   dan de 'boze' zelf. Maar ik ben niet zo boos als de mensen zeggen. Ik heb al   heel wat mensen geholpen en ik wil u ook helpen. Laten we deze overeenkomst   afsluiten. U verbindt zich aan mijn diensten en ik zorg ervoor dat u deze   nacht een nieuwe schuur krijgt. Die moet voor de haan begint te kraaien   helemaal afgewerkt zijn. Lukt me dat niet, dan bent u van me af en heb ik alle   rechten op u verloren. Eerst wou de boer hier niets van weten. Maar de   listige satan wist hem met mooipraterij over te halen en de overeenkomst werd   gesloten.

Toen de   boer thuis kwam ging hij meteen naar bed, maar hij kon niet slapen. Hij had   zijn ziel aan de duivel verkocht en dat was nu juist het   allerverschrikkelijkste wat hij zich ooit had kunnen voorstellen.

Het   beangstigde hem vreselijk. Spoedig hoorde hij een oorverdovend geklop en   geschreeuw. Hij begreep dat satan met zijn werk begonnen was. Hij lag te   trillen van angst. Zijn vrouw werd ook wakker van en vroeg wat voor lawaai   dat was.'O dat  doet de wind' zei de man.'Nee', zei ze 'Dat kan de wind   niet doen. Ik hoor allerlei vreemde geluiden en stemmen. Dit is iets heel   anders dan harde wind.'Toen kon de boer zich niet langer stilhouden en hij   vertelde haar het hele verhaal. De boerin schrok er ook vreselijk van.

'Ach' zei   ze, 'ben je nu voor eeuwig verloren. Is daar nu niets meer aan te doen?'

'Nee', zei   de boer, 'de enige hoop die ik heb is dat ze niet klaarkomen met het werk   voor de haan kraait. Want dan ben ik vrij. Maar daar moeten we nog een paar   uur op wachten en ik vrees het ergste.'

Maar toen   sprong de vrouw uit bed en ging naar het kippenhok toe. Ze klapte tweemaal in   haar handen en riep toen luidkeels met een heldere stem: 'Kukelekuu!'

De haan   schrok wakker en omdat hij het niet kon uitstaan dat een andere haan hem voor   was, rekte hij zich uit, klapwiekte en begon te kraaien dat het een lieve   lust was. Plotseling gooide alle duivels verschrikt hun gereedschap weg en   vlogen woedend vloekend weg. De nieuwe schuur was klaar - niet helemaal, maar   toch bijna.

De   uilenborden moesten er nog op. Maar aan de voorwaarde was niet voldaan en de   boer was vrij. Toen het dag was bekeek hij trots zijn nieuwe schuur. Er zaten   weliswaar nog geen uilenborden op maar die kon de dorpstimmerman wel maken.   Maar toen die er op zaten en de boer de volgende morgen zijn schuur weer   bekeek zag hij dat de nieuwe uilenborden helemaal vernield waren, het leek   wel of ze door een paardenpoot stukgetrapt waren.

Er werden   nieuwe gemaakt maar ook deze werden 's nachts op een geheimzinnige manier   vernield. Toen kwam men op het idee om ze van steen te metselen. En nu ging   het goed.

Hier   scheen de Satan niets tegen te hebben. Later toen de boer en zijn vrouw   allang dood waren, heeft men weer eens houten uilenborden op de schuur laten   maken. Maar die waren de volgende dag stuk geslagen en men moest ze weer van   steen hebben.

Daarom   hete die boerderij de 'Stenen Uilenborden'.

Met dank   aan Dhr. J. Spoelstra Leeuwarden.